1. Homepage
  2. Over Renewi
  3. Onze rol

De klimaatcrisis

18 augustus 2021

We staan op een kantelpunt als het gaat om ons klimaat. Verwacht wordt dat een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde met 1,5 °C boven het pre-industriële niveau grote gevolgen zal hebben voor de planeet, onze manier van leven en het leven van toekomstige generaties.

Tegen 2100 zou de stijgende zeespiegel 680 miljoen mensen die in laaggelegen kustgebieden wonen, verdrijven1. In 2100 zouden de kosten voor de wereldeconomie 54 biljoen dollar bedragen, oplopend tot 69 biljoen dollar bij een stijging met 2 °C2.

680 miljoen

Het aantal mensen die door de
stijging van de zeespiegel tegen
2100 ontheemd zullen raken

Doelstellingen, prognoses en verbintenissen

Het lijkt erop dat de huidige inspanningen weinig effect hebben, ondanks het feit dat 195 landen het Klimaatakkoord van Parijs van 2015 hebben ondertekend – een akkoord waarin ze zich ertoe hebben verbonden hun uitstoot te beperken om de stijging van de mondiale temperatuur tegen 2100 te beperken tot 1,5 °C. Bij de huidige emissies zal de stijging naar schatting 3 °C3 bedragen3.

Er is een koerscorrectie nodig om de stijging te beperken, en dat vereist nieuwe inspanningen en verbintenissen over de hele wereld. Centraal in het Klimaatakkoord van Parijs staan nationaal bepaalde bijdragen (NDC’s). In die NDC’s is aangegeven welke maatregelen de verschillende landen moeten nemen om de temperatuurstijging te beperken. Deze maatregelen verschillen van land tot land, aangezien bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden de emissies later zullen pieken dan in andere landen. In het VN-verslag van 2018 wordt gesteld dat de wereld op basis van de huidige prognoses haar emissiedoelstelling voor 2030 waarschijnlijk met 29-32 miljard ton CO2 zal overschrijden indien de huidige NDC’s worden gevolgd.

Door de impact van COVID-19 krijgen landen de kans om hun NDC’s opnieuw vast te stellen en bijkomende verbintenissen aan te gaan om de uitstoot terug te dringen.

Waar komen de emissies vandaan?

Om de emissies terug te dringen, is het belangrijk te begrijpen waar ze vandaan komen. De winning, het vervoer en de verwerking van materialen zijn verantwoordelijk voor 70% van alle broeikasgassen4.

Mobiliteit heeft met 17,1 miljard ton de grootste emissievoetafdruk. De op een na grootste voetafdruk komt van huisvesting met 13,5 miljard ton. De productie en levering van voedsel en vezels en de uitbreiding van stedelijke centra ten koste van groene gebieden dragen 10 miljard ton emissies bij.

De resterende 30% van de wereldwijde uitstoot wordt veroorzaakt door communicatie, diensten, verbruiksgoederen en gezondheidszorg. Verbruiksgoederen houden verband met de productie van consumentenelektronica, kleding en persoonlijke-gezondheidsproducten. Communicatie (vooral voor infrastructuur, apparatuur en gegevensopslag) is goed voor 3,5 miljard ton. De gezondheidszorg heeft met 3 miljard ton de kleinste voetafdruk van de maatschappelijke behoeften en wensen; deze uitstoot wordt voornamelijk gegenereerd voor ziekenhuisgebouwen, medische apparatuur en farmaceutische producten.

70%

Het aandeel van broeikasgassen die
afkomstig zijn van de winning, het
vervoer en de verwerking van materialen

  1. ‘Special Report on the Ocean and Cryosphere in a Changing Climate’ van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering.
  2. ‘Protecting our capital’ van CDP en C40 Cities.
  3. UNEP, Emissions Gap Report 2018.
  4. ‘The Circularity Gap Report 2021’ van Circle Economy.